Ontwikkelingshulp

Bijzondere Bimbo

playboy2_jpg_275Dat is wel bijzonder. Playmate Meike Schulte schrijft een boek over haar ervaringen in ontwikkelingslanden. Haar boek ’Bimbo in de Bush’, verschijnt eind april.  Meike gebruikt haar bekendheid om ontwikkelingswerk onder de aandacht te brengen. Sterker nog, ze is er zo mee begaan, dat het me niet zou verbazen dat ze ooit om die reden heeft besloten te poseren voor Playboy.  ‘Ieder jaar vertrekt Meike op eigen kosten naar een plek in de wereld, vaak in the middle of nowhere, waar zij een langere periode aan de slag gaat in de ontwikkelingshulp. Dat is eens wat anders dan bekende koppen die een paar dagen arme kindjes gaan kijken en zelf in een vijfsterrenhotel overnachten.’
Artikel hier.

Kijk, zo doe je dat. En het schijnt dat ze nog goed kan schrijven ook. Ik vraag mij gelijk af of er meer boeken zijn die dit thema behandelen. Gewoon, persoonlijke verhalen van ervaringsdeskundigen. Ik schaam me er bijna voor dat ik het antwoord op die vraag niet weet. Even zoeken op Bol.com levert niets op. Gek is dat. Wel kom ik een interessant boek tegen dat antwoord geeft op de vraag waarom ontwikkelingshulp meer kwaad dan goed heeft gedaan. The White Man’s Burden. Ga ik lezen. Misschien ook wel iets voor minister Koenders?

Koenders en het gemeenschapsgeld

KoendersHij was natuurlijk, onvermijdelijk, weer in beeld dit weekend. Aardschok in Haïti, dus daar moet opperweldoener Koenders heen. Nederland redt de wereld! Of zoiets.

Vraag van de journalist: “Dus als de burger twintig euro overmaakt voor Haïti dan legt u er nog eens twintig bij?”
Koenders: “Ja, nou, nee, zo moet u dat niet zien. Het geld dat de overheid erbij legt is ook gemeenschapsgeld. Daar heeft de burger belasting voor betaald.”
Dus… ik maak twintig euri’s over maar eigenlijk zijn het er veertig? Wauw, geniaal! Ik zou willen dat ik al mijn belastinggeld zo efficiënt zou kunnen inzetten.

En de 4,7 miljard die minister Koenders voor ontwikkelingshulp uit geeft kan wel beter worden besteed. Aldus de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR). Artikel Elsevier hier. Was het maar waar dat de Nederlandse ontwikkelingshulp een effectieve bijdrage zou leveren aan het oplossen van de ellende in Afrika. Ik zou er een flinke belastingverhoging voor over hebben.

Gulste gever

Gulste gever – Elsevier

Nederland is relatief de gulste gever als het gaat om ontwikkelingshulp. Maar is dat iets om trots op te zijn? Dat zou het misschien kunnen zijn als het geld ook wat zou opleveren. Naar schattng komt slechts de helft van de 5 miljard euro goed terecht. De andere helft zou ten goede komen aan’corrupte of dictatoriale regimes’. Tenminste, dat zeggen kamerleden van de oppositie.

Gisteren presenteerde het Sociaal Planbureau onderzoek naar steun voor de overheid. Daaruit kwam naar voren dat Nederlanders vinden dat in tijden van crisis het budget voor ontwikkelingshulp omlaag moet. Daar is minister Bos het niet mee eens. Arrogantie van de macht? Of doet de lobby gewoon goed haar werk.

Niet bezuinigen op hulp aan armen – Elsevier

 ROTTERDAM-GASTCOLLEGE-WOUTER BOS

Ontwikkelingshulp – ingezonden brief

Naar aanleiding van de column van Syp Wynia (zie blog 25 februari) stuurde een ervarinsdeskundige een reactie naar Elsevier.

Ontwikkelingshulp
Vanaf mij 28ste heb ik dertig jaar van mijn leven besteed aan ontwikkelingshulp in Oost-Afrika en tot mijn droefenis ben ik het met Syp Wynia’s commentaar ‘Over de balk’ (23 februari) roerend eens. Ontwikkelingshulp helpt niet of werkt contraproductief. Geld gegeven aan corrupte overheden eindigt uiteindelijk in een Zwitserse ban en geld voor ngo’s en kerken wordt vooral besteed aan zaken waar de ngo’s en kerken voordeel bij hebben. Het gewone volk merkt weinig van de 5 miljard euro die Nederland elk jaar aan hen besteedt. Zo nu en dan verrijst er een ambachtsschool of een proefboerderij. Maar niet lang nadat de Europese ontwikkelingswerker is vertrokken, zakt alles als een slappe pudding in elkaar.
Laten we ophouden met de betutteling van Afrika. Laat die mensen hun eigen leven inrichten op hun eigen (langzame) manier volgen hun eigen waarden en normen.
D.F.J. Broeders, Tilburg

Ontwikkelingshulp: over de balk

De originele tekst van de column in Elsevier deze week. Met dezelfde titel die ik nu voor deze blog heb (her)gebruikt. Hoe is het mogelijk, net nu ik twee blogjes over het onderwerp heb geplaatst. :-)

Elsevier, 23 februari 2008
Stuitend maar waar: hulp aan Afrikaanse dictators stijgt mee met Nederlandse economie

Door Syp Wynia

De Nederlandse ontwikkelingshulp aan Afrika was de afgelopen tien jaar vaak niet effectief, getekend door willekeur en gestuurd door een overschot aan Haags hulpgeld. Dat is geen verrassing.

Maar deze keer kwamen de bevindingen nota bene van ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken zelf, dus van het ministerie dat de hulp uitdeelt. Het is aan de ene kant dapper van die ambtenaren dat zij zo hard durfden te oordelen over het gevoerde beleid – hun ministers waren niet blij – maar het laat zich ook raden hoe hard het oordeel was geweest als er echt onafhankelijke onderzoekers aan het werk waren geweest.

Een van de schokkendste conclusies betreft de rechtstreekse geldsteun aan Afrikaanse regeringen, geld waarmee die regeringen kunnen doen en laten wat ze willen. Als de minister voor Ontwikkelingssamenwerking aan het eind van het jaar geld overhield – en dat was vooral in de Nederlandse welvaartsjaren rond 2000 vaak het geval – dan ontstond er op het ministerie in Den Haag ‘bestedingsdruk’.

Anders gezegd: om te voorkomen dat er geld overbleef, waardoor de omvang van de torenhoge Nederlandse ontwikkelingshulp ter discussie zou kunnen komen te staan, werd er pijlsnel en nogal willekeurig geld weggegeven aan vaak corrupte, om niet te zeggen misdadige Afrikaanse dictators.

Hoewel een groeiend deel van de Nederlandse ontwikkelingshulp naar Afrika gaat – nu al meer dan de helft – biedt dit Afrika-rapport slechts beperkt zicht op de ernstige weeffouten in de Nederlandse hulp. Basisfout is de gedachte dat hulp helpt. In werkelijkheid helpt de hulp vaak niet, of werkt het contraproductief.

Landen, Aziatische vooral, die de laatste halve eeuw geen hulp hebben gekregen, zijn op eigen kracht stevig vooruitgegaan. Landen die aan het hulpinfuus lagen, Afrikaanse vooral, zijn blijven steken en er relatief op achteruitgegaan. Als hulp al helpt, helpt die door landen op gang te brengen, niet door ze aan een langdurig hulplijntje te leggen. Dat werkt eerder averechts.

Het is al helemaal niet te verdedigen om aanhoudend grote bedragen te steken in hulp aan landen die dictatoriaal worden geregeerd, soms ook nog eens door islamitische dictators die geen enkele boodschap hebben aan de waarden die donor Nederland zegt na te streven. Zo’n voorbeeld is Soedan, waar een regime heerst dat het racistisch afslachten van een deel van zijn eigen bevolking faciliteert. Het weerhoudt de Nederlandse regering er niet van om honderden miljoenen euro’s in Soedan te stoppen.

Ondanks de aanhoudende en peperdure hulppropaganda in eigen land, verkocht onder misleidende titels als ‘draagvlakversterking’ of ‘bewustwording’, ontgaat het een groeiend deel van de Nederlandse bevolking niet dat het wegsluizen van grote bedragen aan Nederlands belastinggeld naar bodemloze putten een vaak dubieus karakter heeft.

Eind vorig jaar toonde een onderzoek van het blad Onze Wereld – dat zelf deel uitmaakt van de gesubsidieerde hulpindustrie – aan dat 60 procent van de Nederlanders vindt dat Nederland te veel overmaakt naar de derde wereld. Driekwart stoort zich aan het geschooi van particuliere organisaties, die naast de royale overheidssubsidies ook eigen inkomsten proberen te genereren.

Het is een goede zaak dat Nederlandse burgers niet zonder meer slikken dat hun goede geld elders over de balk wordt gegooid. Er is maar al te vaak geen enkele goede reden om zoveel geld weg te geven, en de willekeur waarmee het gebeurt, is al helemaal stuitend. Toch is de Nederlandse staat een van de grootste gevers ter wereld. Het gaat nu al om een kleine 5 miljard euro per jaar en het kabinet gooit daar over vier jaar nog een schep van een half miljard bovenop. Dit kabinet zoekt vertwijfeld naar nieuwe mogelijkheden om ontwikkelingshulp dan toch maar goed over te laten komen. De ene keer door hulp te geven voor het klimaat, dan weer door de sport in Afrika te subsidiëren.

De Nederlandse ontwikkelingshulp is, ook in zijn omvang, een goeddeels irrationele en vaak schadelijke zaak. Het irrationele karakter blijkt temeer uit het feit dat als in Nederland de economie groeit – doordat het aardgas duurder is geworden, bijvoorbeeld – de geldstroom naar Afrikaanse dictators navenant meestijgt.

Daarvoor is geen enkele redelijke motivatie te verzinnen. Hulp helpt doorgaans niet, maar als we het toch doen, kan de omvang prima worden gehalveerd. Dan is het nog altijd meer dan wat andere welvarende landen doen. En van de vaste koppeling aan de Nederlandse groeistatistieken, daar moeten we helemaal vanaf.

Geld over de bald – deel II

6000 netto met nog wat premies (belasting betaal je niet in Tanzania) dus zeg 7000 euro per wetenschapper. Er worden er alleen al door het tropeninstituut 30 uitgezonden elke maand. 7000 x 30 = 210.000 euro per maand. 210.000 x 12 = 2.520.000 euro per jaar. En dan hebben we het nog niet over de kosten voor het vliegen. En ook niet over de kosten van de ingenieurs die ingevlogen worden om kansloze ideeën van de wereldvreemde wetenschappers vorm te geven. Zo hoorde ik van het voorbeeld dat er zware stalen bakken met grind werden ingevlogen om waterstromen te controleren. Ter bescherming van de gewassen. Alleen regent het in de tropen wat harder dan in Nederland en daar gaat je rekenmodel. Met als gevolg dat de stalen bakken met een grote draaikolk in de grond wegzakten.

Belastinggeld over de balk

Niet normaal. Hoorde ik vanavond van een collega beeldhouwer die bij het onderzoekcentrum van het tropeninstituut werkt. Wetenschappers die voor 6000 euro netto per maand in Tanzania op een houtje zitten te bijten. Of erger op een kluifje fazant terwijl de rest van het land wegkwijnt van honger en aids. Volledig gesubsidieerd door de overheid. 25% betaald door het tropeninstituut en 75% door ontwikkelingshulp van BZ.

Ze doen er onderzoek naar het verbouwen van gewassen zogenaamd om de lokale bevolking te helpen. Maar die weten al lang hoe ze die gewassen moeten verbouwen. Dus die parasieten van het tropeninstituut laten boertjes daar het hele jaar door enquete formulieren invullen om niks en maken daar mooie grafiekjes van. Of ze doen onderzoek naar aids op kosten van de overheid en verkopen dat voor veel geld aan de pharmaceutische industrie. Kunnen ze weer peperdure medicijnen op de markt brengen die ze in Afrika niet kunnen betalen. Zou me niet verbazen als die zelfde wetenschappers van het tropeninstituut ook wat bijklussen en de medicijnen daar testen.

En mijn collega beeldhouwer presteert het ook nog om te klagen over de drukte in het museum tijdens de schoolvakanties. Het moet niet gekker worden. Nee, want dan kunnen ze geen warme maaltijd meer eten in de kantine en moeten ze naar de kelder om lunchpakketjes op te halen die voor ze worden klaargemaakt. Zielig hè! Was natuurlijk weer zo’n fucking babyboomer. Ik dacht dat ik gek werd.

Archief