Berichten met de tag: „Beter Onderwijs Nederland“

Onderwijsparagraaf geschreven door BON

Voor wie er nog aan twijfelde, de onderwijsparagraaf uit het regeerakkoord is geschreven door Beter Onderwijs Nederland (BON). De vijf kernpunten van BON en de bijpassende citaten uit het regeerakkoord:

  • Geef de docent zijn vak terug.

Regeerakkoord: Om te komen tot meer excellent onderwijs is meer structuur en focus op kennis nodig. (…) Uit onderzoek is verder gebleken dat ook scholen met een radicaal vernieuwend onderwijsconcept deze problemen kennen. Deze scholen zullen dus sneller met sluiting geconfronteerd worden.

  • Het management moet in dienst staan van het primaire proces.

Regeerakkkoord: In alle opleidingen komt de kerntaak van het geven van goed onderwijs in voldoende contacturen centraal te staan. Management en staf zijn hieraan dienstbaar.

  • Zeggenschap over de inrichting van het onderwijs binnen de instituten moet liggen bij leraren en docenten.
  • Organiseer goed onderwijs door hoogopgeleide docenten.

Regeerakkoord: ‘Versterking Rol Professional Er komen meer goede en professionele leerkrachten. Vakmensen moeten hun vak kunnen uitoefenen. De overhead wordt beperkt, er komt meer ruimte voor vakmanschap in het onderwijs. Het programma Leerkracht van Nederland, het actieplan om het lerarentekort aan te pakken en de kwaliteit en positie van leraren te versterken, wordt voortgezet. De kwaliteitsverhoging van de lerarenopleiding wordt voortgezet. Binnen een jaar komt de sector met een beroepsregister waarbij de inschrijving is gekoppeld aan een periodiek bijscholingsvereiste.

  • Het grootste deel van het onderwijsbudget moet gaan naar het primaire proces.

Regeerakkoord: ‘De prioriteiten binnen de onderwijsbegroting worden herschikt ten gunste van de kwaliteit van het onderwijs. Maatregelen en geld zijn nodig om een forse kwaliteitsimpuls te kunnen geven. Dit kabinet maakt geld vrij om het primaire onderwijsproces te versterken. Ten behoeve daarvan zijn met name die onderdelen van de begroting, die niet bijdragen aan het primaire proces, geschrapt of verminderd.

Samenvatting regeerakkoord paragraaf onderwijs HIER (pdf).

Bezuinigen op onderwijsmanagement populistisch

Dat het slecht gaat met het onderwijs in Nederland is allemaal de schuld van het management. Tuurlijk. Not! Het is een populistisch argument om bezuinigen op onderwijsmanagement te rechtvaardigen. Ondoordacht ook. Nou is het waar dat het risico bestaat dat bij grote scholengemeenschappen er te veel afstand ontstaat tussen bestuurders en mensen op de werkvloer. Dat is echter niet altijd zo. Ik ken scholengemeenschappen waar de bovenschoolse besturen wel functioneren en doen wat ze moeten doen. Namelijk faciliteren. Zorgen dat de docenten en medewerkers hun werk goed kunnen doen. En dat de leerlingen daar wel bij varen. Dienstbaar beroep is dat, manager. Tenminste, als je het goed doet.

In de bezuinigingsplannen van de overheid moet het management het ontgelden. Kennelijk zijn minister Plasterk & co gevoelig voor argumenten van de babyboomers van BON en AObDe plannen liegen er op het eerste gezicht niet om. Bij nader bestuderen zijn ze nogal inhoudsloos. Een hoop minnen maar nóg meer plussen. Met populistische etiketten op de minnen geplakt om de critici zoet te houden. Bij de AOb werkt het:

“De grootste klap valt bij de post professionalisering bestuur en management, geld dat bij de invoering van de lumpsum is vrijgemaakt, dit jaar nog een min van 38 miljoen euro, daarna oplopend tot 90 miljoen. Kleine scholen worden uitgezonderd van de maatregel. Daarnaast wordt de subsidie voor groeischolen voortaan niet per school maar bestuur berekend, iets dat structureel uiteindelijk 46 miljoen per jaar oplevert.”

Lumpsum, dat is de totale som geld die een school of scholengemeenschap krijgt van de overheid voor het uitvoeren van het onderwijs. Het is opgebouwd uit talloze posten voor personeel, huisvesting, scholing, noem maar op. Je kan stoer roepen de post professionalisering bestuur en management te schrappen, maar betekent dat ook dat het management zich niet meer mag scholen. En gebeurt dat dan ook niet meer? Met andere woorden, korten op lumpsum betekent minder geld voor de scholen. Op welke wijze zij deze bezuinigingen uitvoeren is een zaak van de scholen. Als besturen ervoor kiezen te bezuinigen op de conciërge dan kunnen ze dat zomaar doen. Ik geloof tenminste niet dat het om zogenaamd ‘geoormerkt’ geld gaat.

De bovenschoolse managers zijn verantwoordelijk voor zaken als ICT, personeelszaken, huisvesting en onderwijsontwikkeling. Om maar wat te noemen. Oké, ze doen hun werk niet altijd even goed weet ik uit ervaring. Nogmaals, de afstand tussen werkvloer en managers is vaak groot. Maar als je bezuinigt op de bovenschoolse manager moet het werk wél door anderen worden overgenomen. Het computernetwerk moet blijven draaien, en het personeel gaat niet ineens de eigen salarisstrook verwerken. Efficiënter werken, dat kan zeker wel. Maar dat doe je niet door het budget te halveren. Om efficiëntie te bereiken moet er júist worden geïnvesteerd in de kwaliteit van het management.

Dirk Zijn Onderwijs 2

Een hoop gezever op niks af vind ik het dus, de standpunten van Beter Onderwijs Nederland. Wie kan het ermee oneens zijn? Dus, wat moet je ermee?! Ik krijg een beetje een eng idee van oude, of in ieder geval traditioneel ingestelde menschen die bang zijn voor verandering.

Het maakt niet uit wat voor onderwijsconcept je gebruikt, het gaat om de uitvoering. Of je nou kiest voor Dalton, Montessori, teamteaching, frontaal klassikaal, het studiehuis, natuurlijk leren, iederwijs, adaptief onderwijs. Er staan een paar klassiekers bij in het rijtje, maar ook concepten die zijn bedacht door onderwijsbureau’s die een ‘product’ in de markt hebben gezet om te verkopen. Of nog erger, concepten bedacht door de overheid. Je kan er duur over doen, maar een onderwijsconcept is simpelweg een plan van aanpakken dat moet worden uitgevoerd. De wijze waarop dat gebeurt is dan doorslaggevend. Het onderwijsconcept moet bij de leerling passen, maar misschien nog wel belangrijker bij de docent. Zo kan het gebeuren dat in een ‘ouderwets’ klassikaal systeem vernieuwender onderwijs wordt gedoceerd dan in het op papier meest vooruitstrevende concept. Als de docenten bijvoorbeeld niet kunnen werken met competenties, portfoliogesprekken en coaching, dan gaat het onherroepelijk fout bij de uitvoering.

Toch ben ik een echte onderwijsvernieuwer. Maar dat is minder spannend dan het klinkt. Onderwijs vernieuwen kan betekenen dat je bewust bezig bent een lesprogramma, dat je al jaren draait, te verbeteren. Nieuwe opdrachten, andere werkvorm, ander bronmateriaal, om maar wat te noemen. Het kan ook ambitieuzer. Competentiegericht leren bijvoorbeeld. Contextrijke opdrachten, probleemgestuurd leren, kennis opdoen naast het ontwikkelen van vaardigheden, samen met de leerlingen reflecteren op het leerproces. Rare termen waar ik ooit zelf allergisch voor was. Mijn enthousiasme over de praktijk heeft dat opgelost. Het klinkt voor een leek misschien als een utopie, maar dat is het niet. Dat durf ik na vier jaar ervaring wel te zeggen.

Het gaat er dus om dat je niet stil blijft staan. Niet op de automatische piloot dezelfde lesjes afdraaien. Er mag best ambitie in zitten. Die ambitie mag je verwachten van docenten die W.O. of HBO zijn afgestudeerd. Vreemd genoeg ontbreekt het er nog wel eens aan. En zelden heeft dat met een gebrek aan betrokkenheid te maken. Eerder met een gelatenheid die is ontstaan door teleurstellingen die zich hebben opgestapeld tijdens de onderwijscarrière. Frustraties over gebrekkige faciliteiten en gebrek aan autonomie en uitdaging bij het uitoefenen van het vak. Maar dat is weer een heel ander verhaal.

Bezuinigen op onderwijs. Maar hoe dan?

Ja, daar kwam ik laatst achter. Dat krijg je er van als je met Prinsjesdag in Italië zit. Dan mis je dat. Het onderwijs moet volgend jaar 140 miljoen bezuinigen. Het jaar daarna zelfs 427 miljoen. Tjonge. Hoe gaan ze dat doen?

Vandaag ontving ik met de post een brief van mijn werkgever, de Purmerendse ScholenGroep. Het ministerie van onderwijs heeft besloten te investeren in het salaris van onderwijzers. De wijze waarop mijn school er vorm aan geeft vind ik nogal raar. Eerste graads docenten hebben uitzicht op een LD salaris, twee schalen omhoog voor de meesten. Docenten die in het VMBO of onderbouw havo of VWO werken krijgen maximaal schaal LC. Een raar onderscheidt. Ik vermoed dat onze charlatan en intellectueel, minister Plasterk er iets mee te maken heeft. Of anders heeft de Centrale MR bij ons op school flink zitten pitten.

Maar goed, de vraag die bij mij opkomt: als ze niet gaan bezuinigen op salarissen, waarop dan wel? Minder docenten dan? Dan krijgen we dus grotere klassen? Lijkt het meest voor de hand te liggen, maar… Er zijn nu al klassen van 34 leerlingen bij ons op school. Die passen letterlijk niet in het lokaal. Geen tafels genoeg, en geen stoelen. Bizar. Het moet dus iets anders worden. Je kan het geld maar één keer uitgeven. Minder contacturen. Hebben we dan voor niets jarenlang leerlingen opgehokt? Kan me niet voorstellen. Maar wat dan? Van Plasterk mag het ietsje minder op de universiteiten. Lang leve de kenniseconomie!

Dirk Zijn Onderwijs 1

Het is niet alleen maar ellende in het onderwijs. Zeker niet. Twee weken geleden ben ik na 11 weken gespaard verlof weer aan de slag gegaan en ik geniet er van. Leerlingen zijn leuk. Kinderen zijn leuk. Er is niks mis met de jeugd in Nederland. Wel met het onderwijs. Vereniging Beter Onderwijs Nederland (BON) heeft gelijk dat ze de schaalvergroting als één van de oorzaken noemt. Ze hebben wel meer punten waar ik het mee eens ben. Alleen hun oplossingen zijn slecht. Zo doen ze hun uiterste best om Het Nieuwe Leren de schuld te geven van het slechte onderwijs. En dat is onterecht. Ik vraag me ook af wat ze verstaan onder Het Nieuwe Leren? Vanaf de jaren 70 zijn er inderdaad een aantal onderwijsvernieuwingen op initiatief van het ministerie doorgevoerd. De basisvorming, het VMBO en het studiehuis zijn de meest bekende. Ook al is de invoering van het studiehuis strikt genomen niet verplicht gesteld door de overheid, het is door de meeste scholen wel zo ervaren.

De uitgangspunten bij de voorgenomen veranderingen waren niet eens zo slecht. De onderwijsinspectie meet er vandaag de dag de kwaliteit aan af. Het resultaat is bepaald niet overweldigend. Het VMBO heeft nog wel geleid tot een betere aansluiting met het MBO. De basisvorming heeft daarentegen nooit veel ingehouden en het studiehuis zou je mislukt kunnen noemen. Een van de oorzaken voor het geringe succes is de top down benadering van de overheid. De noodzaak tot veranderen werd op de werkvloer niet ervaren. Dan is elke poging tot verandering kansloos.

De beperkte veranderingen die door deze drie onderwijsvernieuwingen tot stand zijn gekomen zou ik nog niet onder de noemer ‘Het Nieuwe Leren’ willen plaatsen. Alle goeie bedoelingen ten spijt geeft de docent nog steeds klassikaal les en zijn er nauwelijks nieuwe werkvormen ingevoerd. Klassikaal les geven, het vak terug geven aan de docent, dat is dé oplossing van BON voor het slechte onderwijs. Nou hef die vereniging dan maar gelijk op want dat is dus al het geval. Maar misschien geeft BON de vernieuwing die het studiehuis heeft gebracht meer krediet dan ik.  Het studiehuis is eerder oud leren op een ietsiepietsie andere manier. De docent is nog steeds verantwoordelijk voor het onderwijsproces en niet de leerling. Binnen de muren van het klaslokaal (die zijn er ook nog steeds) is de docent gewoon de baas.

Maar wat is Het Nieuwe Leren dan wel? BON heeft een lijst met drogreden opgesteld die volgens hen door onderwijsvernieuwers worden gebruikt om Het Nieuwe Leren aan de man te brengen. Je kan er van afleiden wat ze onder Het Nieuwe Leren verstaan. Zeggen dat iets een drogreden is om te bewijzen dat iemand ongelijk heeft is overigens ook een drogreden.

Beter Onderwijs Nederland

De vereniging Beter Onderwijs Nederland is in begin 2006 opgericht met als doelstelling:

het zo goed mogelijk tot bloei laten komen van de potenties van leerlingen en studenten door gedegen vakinhoudelijke en algemene vorming.

  1. Bestuur, beheer en inrichting van onderwijsinstellingen moeten in het teken staan van gedegen onderwijs door gekwalificeerde en inspirerende docenten. Het beschikbare budget van niet-universitaire onderwijsinstellingen moet primair besteed worden aan onderwijs en aan alles wat daartoe aantoonbaar bijdraagt.
  2. Directie- en beheersfuncties mogen niet exuberant beloond worden en moeten primair worden vervuld door mensen met onderwijservaring, die bij voorkeur naast hun bestuurs- of beheerswerkzaamheden zelf onderwijs verzorgen. Zeggenschap over de inrichting van het onderwijs binnen de instituten moet liggen bij leraren en docenten.
  3. De onderwijsinstelling biedt primair vakinhoudelijke en algemene vorming aan leerlingen en studenten en heeft alleen binnen die context ook een opvoedende taak. In het geval van nevenactiviteiten van de opleiding (brede school) is het onderwijsdeel daarvan strikt gescheiden.
  4. Leerlingen van verschillende intelligentieniveaus, met verschillende vaardigheden en interesses, moeten na de basisschool in onderscheiden schooltypen lessen volgen met op hun capaciteiten toegesneden vormen van onderwijs.
  5. Het verschil tussen (overwegend) theoretische en (overwegend) praktische opleidingen moet worden gehandhaafd, dan wel hersteld.
  6. Directe instructie en oefening onder leiding van een vakkundig docent, in overzichtelijke groepen met een royaal aantal contacturen per vak, is in beginsel de meest effectieve vorm van onderwijs, mits goed uitgevoerd door de docent en binnen de opleiding ondersteund.
  7. Omdat gestreefd wordt naar het onderbrengen van leerlingen met ongeveer gelijke potenties in groepen of klassen, kan het onderwijs grotendeels klassikaal zijn; aan allen worden op hetzelfde moment, op dezelfde manier dezelfde eisen gesteld. Aandacht voor de individuele leerling is er, waar nodig of wenselijk, binnen de structuur van een gemeenschappelijk programma.
  8. Ernstige probleemleerlingen moeten worden verwezen naar op hun problematiek toegesneden vormen van speciaal onderwijs. Er moet niet minder maar juist meer onderscheid gemaakt worden tussen typen onderwijs, om kinderen in hun verscheidenheid tot hun recht te laten komen.
  9. Bij het afnemen van eindexamens/afstuderen moet de overheid onafhankelijk en bij elke gelegenheid controle uitoefenen, om de kwaliteit van diploma’s te waarborgen.
  10. De salariëring van leraren en docenten moet over de gehele linie worden verhoogd en gedifferentieerd naar gelang het schooltype waaraan ze les geven en hun niveau van opleiding. Vakinhoudelijke bijscholing moet worden gefaciliteerd en beloond.


Nou, dat is dus duidelijk. Alles moet worden zoals vroegâh, want vroegâh was alles beter.

Het onderwijs in Nederland is kapotd

Het voortgezet onderwijs in ieder geval. En ik kan het weten. Ik heb de afgelopen jaren een visie op onderwijs ontwikkeld waar een minister van onderwijs jaloers op kan zijn. Inderdaad, ik ben een bescheiden jongen. Maar toch, het is waar in dit geval. Die overtuiging heb ik over gehouden aan mijn deelname aan een rondetafelbijeenkomst over de basisvorming. Georganiseerd door het toenmalig adviesorgaan en verlengstuk van het ministerie van onderwijs Onderbouw-VO. Ik zat daar, als onderwijsontwikkelaar uit het veld, met hoge ambtenaren, professoren, directeuren en andere onderwijsdeskundigen aan tafel. Na de eerste koffiepauze was ik er klaar mee. Die gasten praatten poep. Ik heb ze daarna uitgelegd hoe het werkt. Ze waren dolblij iemand te ontmoeten met verstand van zaken. Hun grote ego’s – het waren bijna allemaal mannen – werden aan de kant gezet en ik werd op handen gedragen. Ongeveer dezelfde mensen doen nu bij vereniging Beter Onderwijs Nederland stoer. Eerst jarenlang medeverantwoordelijk zijn voor de puinhoop en daarna vanaf de zijlijn roepen dat het beter moet. Alsof dat helpt. Typisch gevalletje Babyboomers als je het mij vraagt. Schijtbakken.

Mijn visie is natuurlijk ook niet uit het niets gegroeid . Elly Kamminga heeft grote invloed op mij gehad. Zij heeft het afgelopen jaar een boekje geschreven over onderwijsontwikkeling. Een aanrader voor mensen die écht het beste voor hebben met het onderwijs. Dat kan ik gerust zeggen zonder het boekje te hebben gelezen. Het verschijnt binnenkort.

Oh ja. Het onderwijs in Nederland is kapotd was de kop. Waarom? Leg ik nog wel een keer uit. Dirk Zijn Onderwijsadvies.

Archief