Tweebenen.nl

BAM!! Gemiddeld 33,7 km per uur. Dat moet een persoonlijk winterrecord zijn. Nieuwe ketting erop, fiets flink gepoetst. De Stages powermeter voorzien van een nieuwe batterij (kolereding hapert nog steeds). Droog wegdek, een sluimerend winterzonnetje, klein beetje wind: ideale omstandigheden voor een rondje Beemster. Voor het eerst weer op de Canyon, sinds heul lang. Op de een of ander manier pak ik het oude Stevens-beestje als ik fiets met knieblessure. Omdat het dan toch niet hard kan, of zoiets.

En nu kon het wel. Bij het warm fietsen werd ik ingehaald door een vijftig-plusser die flink door reed. Maar heel groot werd de afstand niet en het motiveerde mij ook wel om stevig aan te zetten. Toen het tempo van mijn haas omlaag ging haalde ik hem bij. Van Hobrede tot Oosthuizen bleef hij in mijn wiel. Daar ging ik linksaf en hij niet. Mijn gemiddelde stond op 33 per uur, terwijl de wind schuin tegen was. Daarna lukte het om het tempo 43 km lang vast te houden.

Laatste keer dat ik in een eenzaam rondje zo hard gefietst heb was in juni. De dag daarna lag mijn knie finaal in de kreukels. Maar dat was nog in het eenbenige tijdperk. Nu fiets ik met twee benen. Dus ik hoop op een betere afloop. En anders heb ik in ieder geval één winterse dag in januari heel erg genoten.


Rondje Wijk aan Zee

Zon, wind en hagel. Op een winterse dag tussen kerst en oud en nieuw. Eindelijk weer pijnvrij geniet ik van elke kilometer. Het zijn er 77 deze keer. Van hagel word je niet nat, dat scheelt. Een oud en vertrouwd rondje door de duinen. Bij Wijk aan Zee linksaf, terug dwars door Zaandam. Ik bewonder veel te dure auto’s in Poelenburg. Met verzuurde benen zet ik nog even aan vlak voor het bochtige stukje in het Twiske. Wind mee bereik ik een topsnelheid van net geen 50 km per uur. Dat kan harder. Op Zwift verpulverde ik dinsdag nog mijn record op de sprint met 816 Watt. Bijna 150 Watt meer dan mijn vorige maximale vermogen, van toen ik nog in topvorm was. En dat na bijna een jaar blessureleed. Dat verschil is het resultaat van vier maanden onafgebroken twee keer per week krachttraining in de sportschool. Dodelijk saai, maar mijn linkerbeen doet weer mee. Mijn kuit heeft weer vorm en lijkt weer op een kuit. En toch is de kracht nog amper de helft van mijn goede rechterkant. Het gaat lang.zaam. Nog drie maanden stug volhouden en ik ben klaar voor mijn beste seizoen ooit.

OV-chipkaart (ben ik weer)

De poortjes op Amsterdam CS zijn dicht. Forenzen die door het CS moeten om de bus te pakken bij IJ-zijde, moeten verplicht door de poortvrije Amstelpassage. Dat betekent in veel gevallen flink omlopen. Ook voor mensen die op het CS iets willen kopen of eten zit het station op slot. Alleen met een NS-product op je chipkaart kan je door de poortjes. Of nee, er zijn meer “oplossingen” bedacht voor dit probleem. De NS schreef er het volgende over.

NS creëert waar mogelijk poortvrije passages in stations met een interwijk-verbinding. Voor interwijkstations zonder poortvrije doorgang, hebben passanten meerdere mogelijkheden om het station te passeren. Deze zijn bedoeld voor personen zonder NS-reisrecht die iemand willen uitzwaaien, gebruik willen maken van voorzieningen op het station (restaurant, kiosk, AH to go enzovoort), of van het ene deel van de stad naar het andere willen ‘oversteken’. lees verder >>

Ik kan weer fietsen

Durf het bijna niet hardop te zeggen, MAAR IK KAN WEER FIETSEN!!! Na ruim zes weken blessureleed. Dat was wel even slikken. Als je gewend bent om elke week gemiddeld 225 km te fietsen, gemiddeld 8 uur per week op de fiets te zitten en al twee jaar lang 10.000 km per jaar fietst.

Als ik met Ellen een weekje op vakantie ben, dan heb ik het al zwaar na drie dagen. Dan moet er toch echt ergens iets gevonden worden waarop ik een stukje kan fietsen. Onmiddellijk! Een antieke mtb of piepende krakende toeristenfiets, als er maar gefietst kan worden. Na zes weken blessureleed piep ik wel anders. Ik raak totaal van slag. Ik wordt chagrijnig, heb minder energie en mijn eetpatroon begrijpt mij niet. Als je blijft eten wat je gewend was kom je per week wel een kilo aan, omdat je al die calorieën niet meer verbrandt. Daar ben ik te ijdel voor, dus zit ik al een paar weken aan de bonen, sla, linzen, rauwkost en meer van die gezonde bende zonder koolhydraten. Best lekker. Zeg ik vooral om mijzelf te overtuigen. lees verder >>

Weg uit het onderwijs

[Terugblik] Als je mij drie jaar geleden zou vertellen dat ik het onderwijs zou verlaten had ik je voor gek verklaard. Volgende week vrijdag is het dan toch zover. Ik kan het nog steeds niet geloven.

Vlak voor de zomervakantie zag ik de vacature. Ik dacht misschien dat het door de extreme drukte kwam dat mijn oog erop viel. Dat het een vlucht was. Maar na drie weken ontspannen zat de vacature nog steeds in mijn hoofd en heb ik de brief geschreven.
Leerlingen en ouders zijn inmiddels op de hoogte van mijn vertrek. Dat maakt het op de een of andere manier echter. Ruim drie maanden kon ik er niks over vertellen. Het zou alleen maar voor onrust zorgen.

Van klas 2E was ik niet alleen de wiskundeleraar maar ook de teamleider. Ik begon de les met het ze te vertellen. Ze vonden het duidelijk jammer. Dat deed mij goed, maar tegelijkertijd was dit precies de reden dat ik als een berg tegen dit moment had opgezien.

Yassin begreep het wel: “U bent alleen maar bezig met problemen oplossen, dat is niet echt leuk, meneer.”
“Nee Yassin, dat is het niet.”
“Gaat u soms meer verdienen?” Vroeg een andere leerling.
“Integendeel. Maar dat komt ook omdat ik minder ga werken.”
“Maar waarom gaat u dan weg?”
“Ja… dat is een goede vraag…”

lees verder >>

OV-shitkaart #shizzle

Ik hoef maar een OV-scheet te laten op Twitter of ik heb de webcare van @OVchipkaart op m’n dak. IK WIL GEEN WEBCARE!!!1! Ik wil een fatsoenlijke kaart en een bijbehorend systeem dat werkt. Ga eerst maar eens wat intensive care verlenen bij de poortjes bij Amsterdam CS. Zorg dat je er met een OV-kaart, van pak ‘m beet Arriva, er door kan als je aan de IJ-zijde uitstapt en door het station moet om over te stappen op de tram of de metro. Want dat kan dus niet. En daarom zijn de poortjes dus nog altijd open, omdat kennelijk niemand heeft bedacht dat er ook mensen in CS moeten zijn die niet met de trein reizen.

Niks ten nadele van de medewerkers van webcare. Die doen gewoon wat ze moeten doen. Echt, ik waardeer hun geduld met mij. Enorm. Laatste keer dat ik met ze te maken had protesteerde ik tegen de hoge kosten voor het vervangen van mijn OV-chipkaart die stuk was. Zomaar stuk. Net nieuw was ‘ie. De oude kaart heeft vijf jaar overwegend werkeloos in mijn portemonnee gezeten. Niet stuk te krijgen. Maar ik moest en zou verplicht na vijf jaar een nieuwe kaart aanvragen. Dat kreng bleek van inferieure kwaliteit. Na een paar maanden in dezelfde portemonnee zat er een minuscuul klein vlekje op waardoor hij het niet meer deed. Dan moet je dus voor 11 euro een vervangende kaart aanvragen, terwijl een nieuwe kaart aanvragen 7 euro 50 kost. Daar maakte ik een opmerking over en toen ging webcare zich ermee bemoeien. Als ik een formulier zou invullen en mijn kaart zou geen zichtbare schade hebben, dan zou ik de 11 euro terugkrijgen. Maar ik ben niet zo goed met formulieren en brievenbussen en zo. lees verder >>

Hokjesdenken

Als je moeite hebt met hokjesdenken, zegt dat dan misschien iets over jezelf?

Als ik zeg dat iemand ADHD heeft, dan betekent dat niet dat ik hem in een hokje stop. Dat is in ieder geval niet mijn bedoeling. Ik gebruik de term om kenmerken te benoemen die overeenkomsten vertonen met die van anderen. Dat praat soms makkelijker als je woorden wil geven aan wat je ziet. Het kind of de mens verandert er niet door. Het maakt iemand niet minder waard. Integendeel, het maakt iemand bijzonder. Pas als er niks herkenbaars aan je is, moet je je zorgen gaan maken.

Mijn zus heeft downsyndroom, ook zo’n hokje waar je ingestopt kan worden. Maar je ontkomt er bij haar niet aan. Aan haar uiterlijke kenmerken zie je dat ze anders is dan anderen. Waar je bij iemand met licht autistische kenmerken nog kunt twijfelen, is er bij mijn zus geen twijfel mogelijk. Je ziet het meteen. Ze is een “mongooltje”, zoals ze het zelf zegt. Vroeger, toen we samen kind waren, was dat nog een gangbaar begrip, mongool. Ik heb er geen moeite mee, maar ik ben er dan ook mee opgegroeid. Ouders van nu, met een kind met downsyndroom, hebben wel moeite met dat ouderwetse begrip. Dat kan ik mij heel goed voorstellen. Wat ik bedoel te zeggen, het kind of de mens verandert er niet door. Mijn zus blijft gelukkig gewoon zichzelf. En hokjes zijn hokjes, welke naam je er ook aan geeft.

Hokjesdenken zegt vooral iets over mensen die als ze een begrip als ADHD horen, er het hokje bij denken in hun hoofd. Om vervolgens het kind waar het over gaat niet meer als dezelfde persoon te kunnen zien. Omdat het hokje in hun hoofd wordt gekoppeld aan een vooroordeel. Dat de ouders van kinderen waar het om gaat dat niet prettig vinden, begrijp ik maar al te goed. Zij zien als ze naar hun kind kijken vooral iemand waar ze heel veel van houden.

Soms denk ik dat mensen die zeggen dat ze niet in hokjes willen denken, dat stiekem toch doen. Dat ze zeggen niet in hokjes te willen denken, omdat ze van zichzelf weten dat er dan een vooroordeel bij hen opkomt. En dat ze daar niet trots op zijn. Het is zomaar een gedachte…

Over dyslexie, nog even

‘Dyslexie is het gevolg van slecht onderwijs’ stond er in de kop van het nieuws. En het was deze keer niet de Telegraaf die deze ongenuanceerd prikkelende titel bedacht. Het was het AD, maar het werd door alle media klakkeloos overgenomen. Ook door media die gespecialiseerd zijn in nieuws over kinderen, opvoeding of onderwijs.

Vanuit het dyslectische kind gedacht vind ik dat onbegrijpelijk. Dyslectische leerlingen oefenen zich het schompes. Soms is het best haalbare resultaat dat deze leerlingen leren omgaan met hun handicap. Ze kunnen ook na intensieve behandeling nog niet zelfstandig een eenvoudige tekst lezen. Alles moet worden voorgelezen. Echt, het komt voor. Dyslexie heb je in verschillende gradaties. Met als overeenkomst dat behandeling gericht op het vergroten van de leesvaardigheid, zorgt voor kleine stapjes vooruit.

En juist die leerlingen, die misschien nét na keihard oefenen de kop van het AD kunnen lezen, krijgen dan te horen dat het hun eigen schuld is. Dat ze eigenlijk gewoon niet goed hun best hebben gedaan op school. Want zo voelt dat dan, volgens mij. Maar misschien heb ik weer eens last van mijn empathisch vermogen en valt het allemaal wel mee.

Het artikel zelf is, zoals zo vaak, veel genuanceerder dan de kop doet vermoeden: ‘Er worden onnodig veel kinderen gediagnosticeerd met ernstige lees- en rekenproblemen, zegt dyslexiehoogleraar Anna Bosman. [...] Hoogleraar Ben Maassen: “De praktijk is nu dat kinderen met dyslexie op school minder hoeven te lezen en te spellen, terwijl ze juist méér moeten oefenen.” Hij benadrukt dat erfelijke dyslexie wel degelijk bestaat, maar dat niet meer dan 5 procent van de bevolking daarmee te maken heeft.’

Daar kan ik mij wel in vinden. En 5 procent, dat is nog steeds 5 op 100. Dat betekent dat gemiddeld in elke klas minstens een leerling zit met dyslexie.

Archief