Kunst & cultuur

Sjembek

De eerste keer dat ik Watskeburt?! op de radio hoorde sloeg de bliksem in. Ik had al wel een zwak voor Nederlandstalige rap, maar dít leek nergens op. Het was dansbaar, in tegenstelling tot veel hiphop uit die tijd. Ik begreep niet veel van de tekst, maar vond die waarschijnlijk juist daarom interessant. Het eigen taaltje van De Jeugd klonk vreemd, een soort Engels accent van de Amsterdamse straat. Op Napster downloade ik het mp3-tje, brandde het op cd en draaide die grijs. De de eerste regels die bleven hangen waren:

‘Bout it ’bout het als een gek met al dat goud in m’n mikkie
Twee gezichten, één formule als Lauda en Nikki

Nikki Lauda was een legendarische Formule 1 coureur, die na een zware crash een reconstructie van zijn gezicht nodig had, dus twee gezichten had. Hoe kóm je erbij en waar sláát het op, maar ik vind ‘m briljant. Van ’bout it ’bout ontdekte ik ironisch genoeg pas veel later wat het betekende: ‘weten waarover het gaat’ of ‘goed op de hoogte zijn’. About it. lees verder >>

Voor noppes

Nieuw tweedehands boek gekocht bij Noppes. Voor drie euro: nog net niet voor niks. Vaak als ik op vakantie ga, ben ik er ook wél aan toe. Dan heb ik vooral behoefte aan niks ingewikkelds. Mijn oog viel daarom op een boek van David Baldacci: Doelwit. Gaat nergens over, toch spannond, leest makkelijk. Precies wat ik zocht. Ik ken de schrijver, heb ik eerder wat van gelezen.

Ik ben er in begonnen tijdens de meivakantie. Tijdens mijn fietstocht door het boerenland. Na een paar pagina’s zit ik er helemaal in. Na nog wat extra pagina’s begint mij iets te dagen. Een jonge vrouw, voor het laatst gezien aan de rand van een meer… Vermist. Uhmmm…? Snel doorlezen. En ja hoor, vrouw gevonden op de bodem van het meer. DIT HEB IK AL GELEZEN!! Dat krijg je ervan, met boeken die nergens over gaan. Het lijkt allemaal op elkaar. Na de laatste pagina ben ik alweer vergeten waar het over gaat.

Vorig jaar heb ik mijn boekenkast opgeruimd. Alle boeken eruit waar ik niet aan gehecht was. Hup! in een verhuisdoos en naar Noppes gebracht. Dat ruimt lekker op. Grote kans dat ik bij Noppes mijn eigen boek heb teruggekocht.

Melkwegbrug

Wat ik vind van de melkwegbrug? Het heeft even geduurd voordat ik er uit was. Dat ik er over schrijf moest er een keer van komen. Ik heb het eerder in deze column een keer opgenomen voor de brug. Mijn voornaamste argument was dat een stad markeringspunten nodig heeft en dat deze bijzondere brug daar in zou voorzien. Nou, dat is zeker uitgekomen. Het is een bezienswaardigheid. Overdag, maar zeker ’s avonds als de verlichting brandt.

Ik moest erg wennen aan de brug. Nog steeds weet ik niet of ik ‘m mooi vind. Ik vind de brug donker en daardoor wat somber. Ik vind het jammer dat de ronde boog niet perfect rond is. Ik vind de helling van het kronkelende fietsgedeelte nogal stijl. Misschien wel te stijl om met een handbewogen rolstoel te beklimmen? In ieder geval vind ik het niet mooi. Ik mis door de hoogte vanaf de kade het oogcontact met de passanten op de brug. De verlichting zou van mij ook wat minder mogen. Het heeft zo toch iets weg van een kermisattractie. Sfeerverlichting op een modern ontwerp heeft een ander uitwerking dan sfeerverlichting op een brug over de Prinsengracht.

En toch, toch ben ik blij met de brug. Ik wen langzaam aan alle eigenaardigheden, dat komt wel goed. De melkwegbrug is een beetje mijn brug geworden. Een brug waar ik als Purmerender trots op ben. Zoals ik ook trots ben op Purmerend. Leg het een vreemde maar eens uit. ‘Tuigdorp aan de A7′ wordt Purmerend ook wel genoemd. Of ‘het Helmond van het Noorden’. Ik kan er de lol van inzien – het is toevallig wel míjn tuigdorp ;-) . Maar nogmaals, ik ben vooral blij met de brug als markeringspunt. Na de Koemarkt wordt de Melkwegbrug met de herinrichting van het Tramplein het tweede succesvolle stadvernieuwingsproject binnen een paar jaar tijd. Meer van dat soort markante plekken en bouwwerken!

Afgelopen weekend kwam ik er bij toeval achter dat de brug is ontworpen door twee oude studievrienden van mij, Bart en Marijn. Als ik er nog aan twijfelde, toen wist ik het zeker. Ik hou van de Melkwegbrug.

Deze column verscheen eerder in Dagblad Waterland.

Tori Amos

Ik ben geen fan, maar ik vind haar een intrigerende vrouw. Bij toeval raak ik verzeild bij het concert van Tori Amos in Eindhoven. Ze ziet er raar uit op de poster die in de lobby van het Muziekgebouw hangt. Er klopt iets niet, ik herken de vrouw op de poster niet. Is dit Tori Amos? Het doet vermoeden dat er wel een facelift nodig is geweest, in een krampachtige poging de sexy Tori van begin jaren negentig te benaderen. Er staan opvallend veel roodharige vrouwen van boven de dertig in de lobby. Net als hun idool hebben deze vrouwelijke fans de behoefte om de werkelijkheid te veranderen. Door hun haar te verven worden zij een beetje zoals hun grote voorbeeld. Het rode haar is een van de handelsmerken van Tori. Een ander handelsmerk is het in een (lange) jurk met de benen wijd achter de piano zitten. Als een trotse zelfverzekerde vrouw, bewust van haar seksualiteit. Een voorbeeld voor elke moderne geëmancipeerde vrouw. En -een beetje tegenstrijdig- een sekssymbool voor de zelfverzekerde man die hier niet van afschrikt.

Beide Tori’s zijn verdwenen. Een geëmancipeerde vrouw laat haar gezicht niet liften? Een sekssymbool draagt geen verhullende legging onder haar lange jurk. Wat overblijft is prachtige muziek met een dikke vleug nostalgie. De stem van Tori klinkt nog kraakhelder. Net zo prachtig als vroeger. Zoals bijvoorbeeld bij haar grootste hit Cornflake Girl. Het pianospel is nog even indrukwekkend. Het optreden duurt ruim twee en een half uur. Terwijl het begeleidende strijkkwartet twee keer van het podium gaat voor een korte pauze, speelt Tori schijnbaar onvermoeibaar door. Ze weet van geen ophouden. Tot drie keer toe komt Tori terug op het podium voor een toegift. Opgewonden en opgezweept door haar eigen muziek, die vroeger nog net een tikje opwindender moet zijn geweest.

Ilpendams talent steelt de show op Parckpop

De cliënten van de Prinsenstichting hebben geen moeite met het nog half lege veld in het Burgemeester van Oorschotplantsoen. Uit volle borst speelt de Pretband punkrocknummers van Nirvana en Pennywise. Het zorgt voor een spetterende openingsact van Parckpop 2011.

Met hulp van vele vrijwilligers wordt het Ilpendamse popfestival elk jaar een stukje mooier. Zo worden dit jaar voor het eerst de live beelden vertoond op grote schermen achterin het park. Het hoofdpodium is vergroot en de lichtshow is uitgebreid. Bijna de helft van de deelnemende bands komt uit het dorp. Hans Dekker, nestor van het festival, is daar best een beetje trots op. “Het is toch ongelooflijk dat er in zo’n klein dorp zoveel muzikaal talent rond loopt.” Van half twee ’s middags tot middernacht treden er non-stop twintig regionale bands in het park.
Het festival komt tot leven bij het optreden Blueberry Nights. De covers van onder andere Amy Winehouse en Norah Jones worden vrijwel perfect neergezet. De zangeres heeft een mooie stem en is bovendien in staat de nummers over te brengen op het publiek.
De zon schijnt en hier en daar vleien mensen neer in het gras op zelf meegenomen kleedjes. De gezellige ongedwongen sfeer, die kenmerkend is voor Parckpop, zit er al vroeg in. Als de Amsterdamse band Tess and The Chiefs beginnen aan hun optreden is het veld inmiddels behoorlijk volgestroomd. Zelfs achteraan het festivalterrein valt de zang op van singer-songwriter, Tess. Van dichter bij wordt duidelijk dat het hier om een bijzonder gezelschap gaat. De mannelijke vocalist is de tweelingbroer van Tess en heeft een uniek geluid. De jazzy nummers liggen aangenaam in het gehoor. De jeugdige band swingt van begin tot eind. Hot Dang Dilly brengt heuse rock ’n roll. Niet de platgedanste evergreens maar wel herkenbare klassiekers van Elvis, Johnny Cash en Buddy Holly. De energie spat er van af en het publiek reageert door te dansen. De Ilpendamse band Sticky Notes beleeft een super debuut op Parckpop. Zangeres Stephanie Dekker heeft een prachtig stemgeluid dat zeer geschikt is voor de trendy nummers van Amy MacDonald en Lilly Allen. Het publiek is er dol op. Het is moeilijk voor te stellen dat deze band nog maar een half jaar samen speelt.

Parckpop gaat bruisend de zwoele avond in. Afsluiter van het festival is traditiegetrouw de Ilpendamse band Hansie & The Young Ones.

Dit artikel verscheen eerder in Dagblad Waterland.

Nummerrrrrrr één (een een) van de TOXS 31

Alternatief voor Top2000? Dirk Zijn gaat het jaar 2010 uit met de TOXS 31 hitlijst. De beste muziek allertijden volgens popprofessor Patrick Oxsener.

Het is wel zo’n beetje op. Na dertig liedjes ben ik volledig door mijn superlatieven heen. Ik had dit stukje eigenlijk af willen doen met een dooddoener als ‘woorden schieten tekort’ en dan hup, filmpje eronder en klaar. Maar dat zou slap zijn. Als je mooie woorden over hebt voor al die andere nummers, waarom dan niet voor de beste popsong aller tijden? Maar goed, nu weet ik dus niet hoe ik in godsnaam moet uitleggen waarom dit liedje boven al die andere meesterwerkjes uitsteekt. Laat ik een poging doen. Waar sommige mensen stemmen in hun hoofd horen, daar hoorde Beach Boys-bandleider Brian Wilson muziek. De arrangementen die hij schreef waren in feite directe transcripties van de geluiden die door zijn hoofd spookten. Toen hij halverwege de jaren zestig zijn depressies te lijf ging met een nieuw goedje genaamd LSD, zorgde dat ervoor dat de muziek in zijn hersenpan steeds grootsere en vreemdere vormen begon aan te nemen. Langzaam liet Wilson alle poplogica los, om zich volledig te laten leiden door zijn hersenschimmen. Als je God Only Knows probeert te ontleden, zul je dan ook werkelijk niks vinden dat maar in de verste verte lijkt op een ander popnummer. De arrangementen en het instrumentarium zijn eerder klassiek dan rock & roll – er kwam in de studio geen Beach Boy aan te pas, alleen huurlingen – en ook de akkoordenschema’s waren (en zijn) voor popmuziek ongekend. Maar hoor je dat ook als je gewoon oppervlakkig luistert? Nee. Dan ligt God Only Knows juist zo ontzettend prettig in het gehoor dat je (nou ja, ik) ‘m het liefst de hele dag door zou willen draaien. En daar zit ‘m de kunst. In de renaissance waren er componisten die dachten dat de Heilige Graal geen beker was maar een muziekstuk, dat met behulp van wiskundige formules geschreven zou moeten worden. Lijkt me nogal onzin: alsof je muzikale creativiteit kunt vangen in wiskunde. Maar toch, als ik God Only Knows hoor… Het is algemeen bekend dat Brian Wilson een pure gevoelsschrijver was, anders zou je bijna gaan denken dat die perfecte samensmelting van ongehoorde arrangementen, de zo vertrouwd klinkende melodie, de hartverwarmend mooie tekst van Tony Asher en de hemelse zang van Brian’s broer Carl Wilson het resultaat is van keiharde hoge wiskunde. God Only Knows als enige echte Heilige Graal, ik zou er prima mee kunnen leven.

Luister en lees meer op www.oxsmedia.nl

2. The Beatles – A Day In The Life

Alternatief voor Top2000? Dirk Zijn gaat het jaar 2010 uit met de TOXS 31 hitlijst. De beste muziek allertijden volgens popprofessor Patrick Oxsener.

A Day In The Life voldoet eigenlijk nauwelijks aan de criteria voor een perfect popliedje. Véél te lang. En een ambachtelijke couplet-refreinstructuur is ook al niet te bespeuren. Ontroerend vind ik het nummer daarentegen weer wel. En dat komt vooral door de manier waarop John Lennon het zingt. De man was bepaald geen naturelle popzanger, zoals collega-Beatle Paul McCartney. Lennon blonk vooral uit als hij zijn stem mocht gebruiken als menselijke verfbrander. Twist & Shout, Dizzy Miss Lizzy, I’m The Walrus, Come Together, dat was zijn jachtgebied. Hield hij zich in, dan klonk het al snel bibberig en valsig: dat was niet per definitie lelijk (luister maar naar Imagine), maar vaak had je toch het idee dat er meer in had gezeten. In A Day In The Life was hij echter op z’n best. Kwam het door zijn strenge aciddieet? Door zijn prachtige druipsnor? De maharishi mag het weten. Feit is dat Lennon in A Day In The Life zo mooi en zo high en zo aangenaam dromerig langs je trommelvliezen waait, dat je al snel zoiets hebt van: ik wil wat hij slikt. Dat de afsluiter van Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band verder nog een aantal grensvernietigende muzikale vondsten bevat, maakt het genot er alleen maar groter op.(…)

Luister en lees meer op www.oxsmedia.nl

3. R.E.M. – Fall On Me

Alternatief voor Top2000? Dirk Zijn gaat het jaar 2010 uit met de TOXS 31 hitlijst. De beste muziek allertijden volgens popprofessor Patrick Oxsener.

Dan zijn we nu aanbeland bij mijn favoriete categorie: het perfecte popliedje. Wat dat is? Ieder zal daar zo zijn eigen opvattingen over hebben, maar voor mij is de perfecte popsong het brouwsel dat onstaat bij een ideale balans tussen vakmanschap en gevoel. In andere woorden: het liedje is compact, ambachtelijk geschreven en de melodie alleen al kan me spontaan aan het janken brengen – zonder dat ik enig idee heb waar de tekst over gaat. Dat zal ook voor een groot deel mijn voorliefde verklaren voor het vroege werk van dit bandje: R.E.M. Ik denk dat geen enkele popartiest bewust op zoek is naar het perfecte popliedje, maar het combo uit Athens, Georgia is een paar keer akelig dicht in de buurt geweest. Dat begon al op de eerste plaat Murmur met Perfect Circle, daarna kietelde So. Central Rain perfectie en ook Losing My Religion kwam heel dichtbij. En dan is er nog het album Life’s Rich Pageant, dat wat mij betreft zo’n beetje in zijn geheel in aanmerking komt.(…)

Luister en lees meer op www.oxsmedia.nl

Archief