Verslaafd

“Oké, mensen: mobiel mág op tafel, áls er tenminste gewerkt wordt.”
“Nee, geen WhatsApp, natuurlijk niet. Je mag muziek luisteren… “
“Maar ik wil niet dat jullie na elk liedje weer moeten zoeken naar het volgende liedje. Dus zet een playlist aan!”
“Nee, Jessica, maar één oortje in, anders hoor je mij niet meer als ik je wat vraag. Dat wist je toch?”
“Sorry meneer!”
“Mike, haal die telefoon onder de tafel vandaan en doe hem maar in je tas, je bent YouTube aan het kijken.” *zucht*
“Meester, u ziet ook echt alles.”

Hoe later op de dag, hoe groter de kans dat dit ritueel zich in mijn les voltrekt. Ik heb de opkomst van de mobiele telefoon in de klas meegemaakt. Sindsdien ben ik met collega’s op zoek naar een goede manier om hier mee om te gaan. Ik heb felle discussies gevoerd met tegenstanders, die het gebruik wilden verbieden. Het hoort nou eenmaal bij de huidige samenleving, je moet de leerlingen leren om er mee om te gaan. Leerlingen kunnen hun telefoon gebruiken om aantekeningen of foto’s te maken. Of om iets in hun agenda te zetten. Veel leerlingen kunnen beter werken als ze naar muziek luisteren.
Het zijn argumenten die ik vaak heb gebruikt, en nog steeds gebruik. En toch ben ik sterk aan het twijfelen geraakt. Het opvoeden van mijn leerlingen lukt mij steeds minder goed. Het is soms vechten tegen de bierkaai. Hoe leuk de les ook is, voor veel leerlingen is de telefoon toch altijd nog interessanter. Leerlingen zijn verslaafd aan WhatsApp, Facebook, Instagram en Snapchat – ik herken het maar al te goed, want ik ben zelf ook verslaafd. Een verslaafde help je niet door te zeggen dat je met mate mag gebruiken.

Binnen school kun je de mobiele telefoon in de ban doen, buiten school gaat dat niet. Niet alleen de school worstelt met een probleem, de hele samenleving is zoekende. Ik hoorde laatst het verhaal van een bedrijf waar in de kantine nauwelijks nog met elkaar gesproken wordt. Zodra de lunch begint zit iedereen te staren naar het scherm van zijn eigen mobieltje. Er zal nog wel een generatie overheen gaan voor we een oplossing hebben gevonden voor deze massale verslaving. Ik denk dat het nodig is om in het onderwijs een grens te stellen.

Het verbieden van de mobiele telefoon in de les betekent niet het einde van de digitale school. Integendeel. We kunnen het mobiele apparaat heel goed gebruiken. Het grootste voordeel is misschien wel dat leerlingen met behulp van de computer adaptief kunnen leren. Er worden steeds meer programma’s ontwikkeld die bruikbaar zijn in de les. De kwaliteit wordt ook steeds beter.
Een consultant vroeg laatst mijn mening over een nieuw product dat ze aan het ontwikkelen zijn. Het ging om een tablet met een afgeschermde omgeving. Als een leerling het wiskundelokaal binnenloopt, weet het apparaat op basis van het rooster en de locatie precies welke apps er geladen moeten worden. Bij wiskunde bijvoorbeeld het digitale wiskundeboek en de rekenapp. Verder kan de docent voor een klas of individuele leerling de rechten tijdelijk uitbreiden. Handig als er iets moet worden opgezocht op internet. Als school kun je een playlist samenstellen die je alleen at random kunt afspelen. Jottem! En dan stiekem een pianoconcert van Beethoven ertussen. U hoort het, ik ben enthousiast.

Deze column verscheen eerder in onderwijsvakblad Bij de les.

Reageer

Archief